Plaatselijke regels

De volledige en eventuele tijdelijke plaatselijke regels zijn te raadplegen via de QR code, de website van Princenbosch en het publicatiebord in het clubhuis.

 

De buiten de baan (Out-of-Bounds) grens wordt aangegeven met witte palen.

 

Grond in bewerking (GUR) is aangegeven met blauwe palen. Als er sprake is van een belemmering (R-16.1a) mag de speler deze belemmering ontwijken volgens R-16.1b.

 

Verboden speelzones zijn aangepaalde bomen en jonge aanplant gemarkeerd met blauwe lintjes en gebieden gemarkeerd met blauwe palen met groene koppen. Bij een belemmering door deze verboden speelzones is het verplicht deze zonder straf te ontwijken R-16-1f.

 

Schelpenpaden worden beschouwd als vaste obstakels, waarvan ontwijken zonder straf is toegestaan volgens R-16.1.

 

Greens gemarkeerd door een blauwe paal met groene kop zijn verkeerde greens. Deze moeten ontweken worden zonder strafslag volgens R-13.1f.

 

Alle afstandsmarkeringen op de baan worden beschouwd als vaste obstakels waarvan ontwijken zonder strafslag is toegestaan volgens R-16.1. Het wegnemen van afstandsmarkeringen is niet toegestaan.

 

De rode hindernissen (met water) langs de gehele linkerzijde van hole B3, B4, C2, C3, C6 en C7 strekken zich tot in het oneindige uit en mogen met bijtelling van één strafslag ontweken worden volgens R-17.1.

 

Boomspiegels gevuld met zand (hole B4 en B5) zijn algemeen gebied R-2.2.a.

 

Om veiligheidsredenen is het ten strengste verboden om hole B9 te spelen via hole B1.

 

Straf voor overtreding van een plaatselijke regel: algemene straf.

 

De handicarts zijn uitgerust met een GPS-systeem dat bepaalt waar rijden is toegestaan. De handicart kan alleen achteruit rijden uit verboden gebied.

 

Als het bekend of praktisch zeker is dat een bal van een speler een lichtmast heeft geraakt tijdens het spelen, dan telt de slag niet. De speler moet zonder straf opnieuw een bal spelen van de plaats waar de vorige slag werd gedaan (zie Regel 14.6 voor procedure).

 

NOODPROCEDURE LEVENSBEDREIGEND:

bel eerst 0161 - 433 991 (noodnummer) en direct daarna 112.

Andere ongevallen alleen het noodnummer van de baan.

Caddiemaster: 06 - 10 62 73 93

Alternatief voor slag en afstand toegestaan

Als de bal van een speler niet is gevonden of het is bekend of praktisch zeker dat deze buiten de baan is, dan mag de speler als volgt handelen in plaats van handelen volgens het principe van slag en afstand. 

 

Met twee strafslagen mag de speler de oorspronkelijke bal of een andere bal droppen in deze dropzone (zie Regel 14.3) 

Twee bij benadering vastgestelde referentiepunten: 

  • Referentiepunt voor de bal: het punt waar de oorspronkelijke bal vermoedelijk: 

o tot stilstand is gekomen op de baan; 

o het laatst de grens van de baan heeft gekruist om buiten de baan te gaan. 

  • Fairway referentiepunt: het punt op de fairway van de hole die wordt gespeeld dat het dichtst bij het referentiepunt voor de bal is, maar niet dichter bij de hole dan het referentiepunt voor de bal. Voor het toepassen van deze plaatselijke regel betekent “fairway” elk grasgebied dat is gemaaid op fairwayhoogte of lager. 

Als de bal vermoedelijk verloren is op de baan of het laatst de grens van de baan heeft gekruist voor het begin van de fairway, dan kan het fairwayreferentiepunt een pad met gras zijn, gemaaid op fairwayhoogte of lager, of een afslaglocatie van de hole die wordt gespeeld. 

 

Afmeting van de dropzone gebaseerd op de twee referentiepunten.

Overal tussen: 

  • een lijn vanaf de hole door het referentiepunt voor de bal (en binnen twee clublengten aan de buitenkant van die lijn), en 
  • een lijn van de hole door het fairwayreferentiepunt (en binnen twee clublengten aan de fairwaykant van die lijn). 

Maar met de volgende beperkingen voor de plaats van de dropzone: 

  • deze moet in het algemene gebied zijn, en 
  • deze mag niet dichter bij de hole zijn dan het referentiepunt voor de bal. 

 

Als de speler een bal in het spel heeft gebracht volgens deze plaatselijke regel: 

  • Dan is de oorspronkelijke bal, die verloren of buiten de baan is, niet langer in het spel en mag niet worden gespeeld. 
  • Dit geldt zelfs als de bal wordt gevonden op de baan voor het einde van de 3 minuten zoekperiode (zie Regel 6.3b). 

Maar de speler mag deze mogelijkheid niet gebruiken voor de bal als: 

  • bekend of praktisch zeker is dat de bal tot stilstand is gekomen in een hindernis, of 
  • de speler een provisionele bal heeft gespeeld met straf van slag en afstand (zie Regel 18.3). 

 

Een speler mag deze mogelijkheid gebruiken voor een provisionele bal die niet is gevonden of waarvan bekend of praktisch zeker is dat deze buiten de baan is. 

 

Straf voor het spelen van de bal van een verkeerde plaats in overtreding van een plaatselijke regel: algemene straf volgens Regel 14.7a

De robotmaaier en de golfregels

De robotmaaier voert tijdens het maaien twee felle koplampen. Deze maaier heeft NIET de status van greenkeeper, die men voorrang dient te geven. Men kan gewoon doorspelen. 

 

Het kan voorkomen dat: 

  • de bal tegen de robotmaaier aangespeeld wordt (bewegende bal raakt ‘Invloed van buitenaf’) of 
  • de bal door de robotmaaier wordt bewogen (‘stil liggende bal bewogen’). 

Hoe men vervolgens dient te handelen is in de golfregels (v2019) geregeld. 

 

Een grasmaaier, dus ook de robotmaaier, wordt door de golfregels gedefinieerd als een ‘Invloed van Buitenaf’ of een ‘Outside Influence’. Dit is met name van belang als de bal in de baan van de robotmaaier ligt en deze de bal wegtikt. Regel 9 stelt: ‘Speel de bal zoals hij ligt’ en regel 9.6 beschrijft hoe te handelen wanneer een stilliggende bal is bewogen door een ‘Invloed van Buitenaf’. 

Als het bekend of praktisch zeker is dat een ‘Invloed van Buitenaf’ de bal heeft opgenomen of bewogen, volgt er geen straf. De bal moet worden teruggeplaatst op zijn oorspronkelijke plek (die bij benadering moet worden vastgesteld als die niet bekend is) (regel 9.6) zonder straf. 

 

Bij twijfel of de bal is bewogen, mag men deze niet terugplaatsen en speelt men de bal zoals hij ligt. Is er geen twijfel dat de bal is verplaatst dan moet men de bal terugplaatsen. Gebeurt dat niet dan speelt men van de verkeerde plaats en geeft dat 2 STRAFSLAGEN bij strokeplay en verlies van de hole bij matchplay. 

Als de bal tegen de (robot)maaier aangespeeld wordt (’bewegende bal raakt per ongeluk een persoon, dier of voorwerp' Regel 11) dan kan de bal alle kanten opspringen (voor- of nadelig). Men heeft dan te maken met ‘bewegende bal raakt een invloed van buitenaf’ (regel 11.1b). In zo’n situatie speelt men de bal zoals hij ligt en men krijgt hiervoor geen straf. 

 

Opmerkingen: 

  • Blijf op afstand en houd rekening met de werkvolgorde (baan voor baan). Zorg dat de machine ongehinderd doorrijden kan. 
  • Zet een buggy of trolley niet in de baan (of volgende baan) van de machine. Bij het rijden van fairway naar fairway moet de machine soms ook de paden volgen. 
  • Probeer niet de bal op het laatste moment voor de machine weg te pakken!